Grand Tour 2019

Servië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro, Albanië en Kosovo
Zondag 9 juni 2019: Sarajevo-Mostar
Jip Nannes
Voor de mensen die om 08:00 uur verzamelen al op tijd vonden, was het vandaag een zware dag. Om 05:45 verzamelden wij in het hostel om met een heerlijk oud trammetje naar het treinstation te gaan. Eenmaal aangekomen op het station bleek alles toch veel sneller te zijn gegaan dan verwacht. Met een kopje koffie in de zon werden we langzaamaan wakker. Behalve Hannah dan, die sjeesde nog even heen en weer naar het hostel omdat ze haar iPod was vergeten… De trein bracht ons in twee uur van Sarajevo naar Mostar, een stad in het zuiden van Bosnië-Herzegovina. De reis was prachtig, hoge groene bergen en helderblauwe meren waren te zien vanuit de trein. Al heeft niet iedereen hier van kunnen genieten, de ‘avondmensen’ onder ons hadden hun nachtrust voortgezet op deze treinstoelen.
Na een wandeling kwamen wij aan bij het hostel waar we die nacht zouden slapen. Alle backpacks konden we in het schuurtje achtergelaten. Snel liepen Anouk en ik nog even terug naar het bakkertje waar we zojuist langs waren gekomen. We kochten een heerlijk vers broodje en besloten dat het met Kajmak en een tomaatje nóg beter zou smaken. Die tomaten uit de Balkan bevielen mij wel, stukken beter dan in Nederland. Toen de groep weer compleet was begonnen we aan een stadswandeling door Mostar.
De eerste moskee die we wilden bezoeken, Ćejvan-Ćehaja’ Moskee, bleek helaas die dag gesloten te zijn. Daarna zagen we wellicht de bekendste brug van Bosnië en Herzegovina: Stari Most. De brug zou staan voor verbinding tussen de Bosnische Kroaten en de Bosniakken, maar eigenlijk werd deze brug amper gebruikt door de lokale bevolking. De brug is vooral een toeristische plek geworden waar getrainde springers vanaf springen wanneer de toeristen genoeg geld hebben ingelegd. Vervolgens bezochten sommigen van ons de Koski Mehmed Pasha Moskee. De moskee komt uit 1618 en is na de oorlog herbouwd. De moskee ligt direct naast de rivier de Neretva die door Mostar stroomt. Niet iedereen koos er voor om te betalen voor dit bezoek aan de moskee, sommigen deden een wedstrijdje schaduw-zoeken om aan de extreme hitte te ontsnappen. Babs en Sas kwamen vervolgens de groep flanerend tegemoet lopen in hun nieuwe ‘Mostar’ shirts. Zij hadden hun tijd voor gebruikt voor het kopen van wat souvenirs. De derde moskee die wij bezochten was de Karadoz-Begova Moskee met, zo werd ons verteld, de grootste koepel in de regio. Deze Ottomaanse moskee is in de zestiende eeuw gebouwd maar in de Bosnische oorlog in de jaren ’90 bijna volledig verwoest. Na een grote renovatie van twee jaar is de moskee in 2004 heropend. Een man in de moskee vertelde ons dat het oudste boek uit Bosnië en Herzegovina hier te bezichtigen was.
De stadswandeling vervolgde naar de sniperbuurt. Hier zagen we het oude Neretva Hotel wat er ooit chique uitzag maar nu volledig vervallen was door alle schade van de oorlog. Het hotel was in 1892 gebouwd en Tito zou hier ook hebben verbleven. Het was het meest luxe hotel van Mostar, iets wat wij ons niet meer konden voorstellen toen we het gebouw aanschouwden. Doordat het naast de rivier is gelegen en er van twee kanten werd geschoten heeft het gebouw het zwaar te verduren gehad tijdens de oorlog. Via de Most Musala, een andere brug die de twee stadsdelen met elkaar verbindt, liepen we naar een leegstaand gebouw aan de overkant. Dit gebouw staat bekend als de Sniper Tower. Het was ten tijde van de oorlog in Bosnië het hoogste gebouw in Mostar. Kroatische scherpschutters gebruikten het in de oorlog om op de Bosniakken te schieten. Het enorme geweld wat zich hier moet hebben afgespeeld is te zien aan het gebouw, het zit vol met kogelgaten. Het gebouw leek meer op een verlaten parkeergarage. Hoewel het verboden was om het te betreden werd dit blijkbaar wel veel gedaan, er was ontzettend veel graffiti en kunst te zien op dit betonnen geraamte. Nadat Oscar ons alles had verteld over dit gebouw ontstond er een heuse fotoshoot. Voor de Sniper Tower schitterde namelijk een enorm reclamebord voor de Fanta Flikkers waar uitgebreid bij werd geposeerd. Na de stadswandeling stond het Museum van Genocide op de planning, maar na de heftige afgelopen dagen is er besloten om dit museum over te slaan en een extra groepsdiscussie te houden aan het einde van de middag.
Na een uitgebreide lunch in het warme Mostar gingen we naar de partizanenbegraafplaats, wat ook wel een prachtig landschapskunstwerk van de architect Bogdan Bogdanovic was. Het was gebouwd in 1965 om de Joegoslavische partizanen te eren die tijdens de Tweede Wereldoorlog waren omgekomen. Het monument werd eerst netjes onderhouden maar is sinds de oorlog volledig verwaarloosd. De natuur neemt het monument langzaamaan over, steeds meer planten groeien over dit enorme kunstwerk. De plek had een hele interessante sfeer, te omschrijven als kunstig, gemengd met veel grijstinten en een verlaten gevoel. Tijmen en Xayide vertelden ons alles over de Partizanka, de vrouwelijke partizanen. De groep discussieerde vervolgens over hoe je zo’n plek behoudt en presenteert. Zoals Tijmen mooi zei “nostalgie voor de één is een trauma voor de ander”, hoe zorg je ervoor dat iedereen in de stad kan omgaan met deze plek? Momenteel is er namelijk niemand die de begraafplaats onderhoudt en wordt het beklad met graffiti. Welke rol kan educatie spelen in de omgang met deze plek? Moet het een museum worden? Zou een tekstbordje voldoende zijn? Na deze discussie bekeken we een franciscanenklooster en liepen we via de bekende Stari Most terug naar het oude centrum.
Eenmaal in het hostel werd de zwemkleding zo snel mogelijk aangetrokken om een – zeer koude – duik in het helderblauwe water van de Neretva te nemen. Waar de één het na een korte duik voor gezien hield, was Niki niet uit het water te krijgen.